
Tekening van Kiko Argüello uit zijn boek “Aantekeningen”, die de nabijheid toont van de plaats van het martelaarschap – langs het spoor – met de barak waar hij woonde en waar hij, samen met de dienares Gods Carmen Hernández, in 1964 het ontstaan van de Neocatechumenale Weg meemaakte.
Op 13 december van dit Heilig Jubeljaar 2025, de dag van de heilige Lucia, maagd en martelares, vond in de kathedraal van Jaén de zaligverklaringsplechtigheid plaats van 124 martelaren, met een plechtige eucharistieviering die namens Leo XIV werd voorgezeten door kardinaal Marcello Semeraro, prefect van het Dicasterie voor de Heiligverklaringszaken, bijgestaan door de huidige bisschop van Jaén, don Sebastián Chico Martínez, andere bisschoppen en kardinaal Rouco. De kathedraal was vol gelovigen, het merendeel familieleden van de zaligverklaarden. Meer gedetailleerde informatie over deze plechtigheid is te vinden via deze link:


De postulator ontving van kardinaal Semeraro een exemplaar van de Apostolische Brief van Leo XIV, waarin de paus benadrukte dat de zaligen waren:
‘… heldhaftige en standvastige getuigen van de Heer Jezus, voor wiens liefde zij niet vreesden hun eigen bloed te vergieten; zij zullen voortaan Zaligen worden genoemd en herdacht mogen worden op 6 november van elk jaar, op de plaatsen en volgens de vormen die door de wet zijn vastgesteld. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.’
In deze erkende groep bevinden zich 109 priesters, één claris en 14 leken. Allen werden tussen 1936 en 1938 vermoord omdat zij weigerden hun geloof te verloochenen. “De priesters werden uitsluitend vermoord omdat zij priester waren en de leken omdat men in hen de weerspiegeling van de kerkelijke gemeenschap zag”, legde Andrés Nájera, vice-postulator van de zaligverklaringszaak, uit tijdens de zaligverklaringsmis. In zijn homilie onderstreepte kardinaal Semeraro de martelaarsgeest van het bisdom Jaén door de jaren heen, die het maakt tot een “bakermat van martelaren en een land rijkelijk besproeid met het bloed van martelaren”. Hij benadrukte ook enkele woorden uit de pastorale brief van de bisschop van Jaén over deze martelaren: “Hun enige wapen was de liefde. En zij stierven terwijl zij hun beulen vergaven… deze martelaarsvergeving is de meest verheven vrucht van een hoop die zich niet gewonnen geeft aan het kwaad.”

Onder de zaligverklaarde leken bevinden zich Teresa Basulto Jiménez en Mariano Martín Portella, een echtpaar – iets wat weinig voorkwam tijdens de Spaanse Religieuze Vervolging – die samen werden vermoord met Teresa’s broer, Manuel Basulto, bisschop van Jaén, en de vicaris-generaal en deken van de kathedraal, don Félix Pérez Portela, in Palomeras (Madrid), beiden in 2013 door paus Franciscus zaligverklaard. Allen werden op 12 augustus 1936 vermoord nabij de barak waar Kiko Argüello in 1964 ging wonen., Door afstand te doen van een veelbelovende carrière als schilder, verliet hij alles om bij de armen te gaan wonen in de barakken van Palomeras Altas. Daar ontstond, mede dankzij Carmen Hernández, het begin van een christelijke initiatie die de Neocatechumenale Weg zou worden: officieel erkend door de Heilige Stoel in 2008 en momenteel aanwezig in 138 landen.
Juist in Palomeras vond de grootste openbare fusillade van de Spaanse Burgeroorlog plaats, waarbij een nog onbekend aantal broeders om het geloof stierf en ook de enige bisschop die in Madrid werd vermoord, mgr. Basulto. 254 om religieuze redenen gearresteerden, opeengepakt in de kathedraal van Jaén, reisden met de zogenoemde “Dodentrein” naar de gevangenis van Alcalá de Henares, zogenaamd om de kathedraal te ontlasten. Zij werden echter uit de trein gehaald ter hoogte van de halte Apeadero Santa Cecilia – eveneens martelares – tegenover de barakken van Palomeras, en werden vermoord voor de ogen van meer dan tweeduizend mensen die zich daar hadden verzameld en de moordenaars aanmoedigden. Bisschop Basulto, die tijdens de hele reis was beledigd en mishandeld, viel kort voor zijn dood op zijn knieën en riep uit: “Vergeef, Heer, mijn zonden en vergeef ook mijn moordenaars.” Kort daarna zei zijn zus Teresa: “Dit is een schande, ik ben een arme moeder.” Een van de moordenaars zei tegen haar: “Maak je geen zorgen, jij zult door een vrouw worden gedood.” Meteen kwam een vrouw, Josefa Coso, bijgenaamd “la Pecosa (het Schaap) ”, naderbij die Teresa van dichtbij neerschoot die onmiddelijk stierf. De processen tot zaligverklaring van andere martelaren die die dag op dezelfde plaats zijn omgekomen, blijven geopend.


Het was Kiko zelf die de martelaren in verband bracht met het ontstaan van de Neocatechumenale Weg, door het als volgt te verwoorden:
“Spanje heeft de Cursillos de Cristiandad voortgebracht, het Opus Dei, de Neocatechumenale Weg en alles wat je maar wilt. Weet je waarom? Omdat er een Spaanse Burgeroorlog is geweest waarin meer dan 6.000 priesters werden vermoord, gemarteld, als martelaren: er is geen enkele geloofsafval geweest. De wortels van de Neocatechumenale Weg zijn doordrenkt met het bloed van vele martelaren in Spanje.”
Er bestaat gedetailleerde informatie over deze 124 nieuwe martelaren die zalig zijn verklaard op de speciale website van het bisdom Jaén:
Evenals over hun relatie met de oorsprong van de Neocatechumenale Weg in een artikel gepubliceerd in Religión en Libertad.

