Persbericht
Op maandag 25 oktober zal de Universiteit Francisco de Vitoria van Madrid, een katholieke universiteit die meer dan 8.000 studenten telt, een eredoctoraat uitreiken aan Kiko Argüello, initiator samen met Carmen Hernández van de Neocatechumenale Weg, en aan rabbijn David Rosen, Internationaal Directeur van Religieuze Zaken van het American Jewish Commitee. Het eredoctoraat wordt uitgereikt omwille van de grote bijdrage aan de Joods-Katholieke dialoog, waarbij een historische toenadering tussen joden en christenen is bevorderend, wat eeuwenlang niet gebeurd was.
Deze daad is niet alleen een erkenning voor Kiko, maar ook voor Carmen Hernández als initiatoren van een weg van christelijke initiatie, die in de laatste halve eeuw honderdduizenden katholieken in de hele wereld de Joodse wortels van het christelijke geloof heeft doen herontdekken. Uit deze herontdekking is een grote liefde ontstaan voor onze oudere broeders en vaders in het geloof, het volk van Israël, aan welke honderden orthodoxe rabbijnen hebben geantwoord met een historische verklaring over het christendom als verbond tussen God en de heidenen. Om de ware betekenis van deze daad te begrijpen, is het noodzakelijk om wat historische context te geven.
In 1964 vormde zich rondom Kiko en Carmen een gemeenschap in de barakken van Palomeras Altas aan de rand van Madrid, die de meest arme mensen in alle opzichten bijeenbracht. Kiko, die uit een ervaring van existentialisme kwam, zag door het lijden van de onschuldigen, de Dienstknecht van de Heer verschijnen, door Jesaja omschreven, als iemand “voor wie men zijn gezicht bedekt”. Dankzij Carmen, die in haar leven het Paasmysterie had herontdekt, verscheen de verrijzenis met enorme kracht: de vervulling in Jezus Christus van alle verwachting van elke joodse liturgie, de overwinning op de dood. Carmen stelde altijd dat in het middelpunt van de liturgische en theologische hervorming van de Tweede Vaticaanse Concilie, de herontdekking ligt van het Paasmysterie en de terugkeer naar de eerste bronnen, en dus, naar het mysterie van Israël. Daarom is het noodzakelijk om de Schriften, het Oude en Nieuwe Testament, te lezen in het licht van het Paasmysterie en in het licht van de historische, geografische, liturgische en morele context van Israël.
De herontdekking van het geestelijk erfgoed van het Jodendom in elke daad van Jezus en de permanente reddende en eschatologische rol van Israël, begonnen samen met de hierboven genoemde ervaring, vorm te geven aan een weg van catechumenale aard, die zou voorbereiden om het gratis geschenk te ontvangen van het Goddelijk leven geschetst in de Bergrede. Mgr. Casimiro Morcillo, destijds aartsbisschop van Madrid, nodigde Kiko en Carmen uit om deze Weg te brengen in alle parochies.
Vanuit dit verborgen begin verspreidde deze Weg zich beetje bij beetje over de hele wereld, helpend om het Christendom, in een christelijke gemeenschap beleefd, te herontdekken, niet als een moralisme, maar als een gave di zich vervult in het Woord van God en in de Sacramenten, die een goddelijk leven overbrengen, een hart van vlees, vervulling van alle beloften van Israël.
In 2010 componeerde Kiko een symfonie over het lijden van de onschuldigen, die in 2011 werd gepresenteerd in het Internationale Centrum Domus Galilaeae, op de Berg der Zaligsprekingen (Galilea, Israël), in het bijzijn van een groep van Amerikaanse bisschoppen en talrijke rabbijnen. De reactie was enorm instemmend en Kiko zag het belang om “ook aan New York, door middel van de muziek, deze relatie van liefde, die God ons heeft gegeven met het Joodse volk, te doen kennen”.
In 2012 werd dit gebed en symfonische eerbetoon voor het lijden van het joodse volk in de Shoah en voor het lijden van elke onschuldige, gepresenteerd in het Lincoln Center van New York voor 3000 joden, verscheidene kardinalen en tientallen rabbijnen.
Bij die gelegenheid erkende Rabbi Yitz Greenberg het christendom niet als een afgoderij, maar als een voorzienige ingreep van God om de kennis van de Thora tot de heidenen te brengen: er zijn meer dan 3150 jaren verstreken sinds de Heilige, de Gezegende, een verbond aanging met het volk van Israël, een verbond van redding voor de wereld. Het is bijna tweeduizend jaar geleden sinds de God van Liefde dit verbond van redding heeft geopend voor de andere naties door middel van het christendom. Tweeduizend jaar lang heeft God gewacht en gehoopt dat de volken van de verbonden samen zouden werken.
Deze revolutionaire verklaring bereidde het volgende jaar een ontmoeting voor in Auschwitz waar, voor vele rabbijnen, tientallen bisschoppen en duizenden mensen, de symfonie werd uitgevoerd. Kiko begon de ontmoeting met deze woorden: «Ik ben binnengegaan in een van de barakken van de concentratiekampen van Auschwitz, ik heb geknield; ik heb de Schriften geopend en de passage die ik uit toeval opende was: “Een rabbijn vraagt aan onze Heer Jezus: ‘Meester, wat is het eerste gebod van de Wet?’ en Christus antwoordt: ‘Shemà Israel, Adonai Elohenu, Adonai Ehad. De Heer is Een: Bemin God met heel uw hart, heel uw ziel, met al uw krachten en de naaste zoals uzelf.’ En de rabbijn: ‘U zegt het goed, Meester, dat God liefhebben met heel je hart en de naaste zoals zichzelf het eerste en het grootste van alle geboden is.’ Terwijl de rabbijn dit zegt, antwoord Jezus Christus hem: ‘Je bent niet ver van het Rijk van God’. Dus tot jullie allen, rabbijnen, die hier in Auschwitz aanwezig zijn en het Shemà liefhebben: jullie zijn niet ver van het Rijk van God”».
In 2015, op verzoek van vele rabbijnen, onder wie Rosenbaum uit New York, Rosen van het Opperrabbinaat van Israël en Greenberg, werd een ontmoeting georganiseerd tussen rabbijnen, bisschoppen en intinerante catechisten in de Domus Galilaeae. Rosen, terwijl hij de aanwezige broeders en zusters van de Weg toesprak, zei dat hij in die muziek had aangevoeld “dat jullie weten wat ons doet lijden”.
De rabbijn Broadman was ontroerd, en zag in die ontmoeting van communio en liefde tussen rabbijnen en christenen die samen het Shemà zongen, een teken dat de Messias op het punt staat te komen: «De Bijbel zegt ons dat wanneer de Messias op het punt staat te komen, de wereld vol zal zijn van de kennis van de Almachtige. En ik zeg jullie: dank jullie wel, dank jullie wel! Joden en christenen die samen de Almachtige dienen, dezelfde Almachtige, we hebben meer dingen gemeen dan verschillen. We moeten het van de daken verkondigen dat de Messias op het punt staat te komen. Wanneer ik zeg dat ik christenen ontmoet, zeggen velen: ‘Ben je gek?’. En toch moet iedereen weten dat dit gebeurt, opdat we voorbereid kunnen zijn voor de komst van de Messias».
Ook Kiko zei bij die gelegenheid: “Er is hier een vraagteken, oftewel, er begint iets. De nabijheid van de Messias? Wij denken dat de Synagoge de Kerk ondersteunt. Het is de ware olijfboom, wij zijn geënt. De joden zijn het uitverkoren volk, ze hebben het Verbond, de beloften, de Thora, etc… Sint Paulus zegt dat God, alles gegeven hebbend aan zijn volk, terwijl de goyyìm (de heidenen) niets anders hadden dan zonde, haat en oorlog, nu deze Thora aan de goyyìm wil geven. Het Concilie heeft een nieuwe lijn gemarkeerd in de relatie tussen het Joodse volk en de katholieke Kerk, maar het is noodzakelijk het Concilie voort te brengen, omdat vele mensen het niet begrepen hebben, er zijn weinigen die Nostra Aetate kennen. In deze strijd, in deze historische situatie in welke wij ons bevinden, hebben we het, denk ik, nodig om elkaar wederzijds te helpen, Christenen en joden, om onze banden diep te verbinden om de wil van God te toen, om deze maatschappij te redden en te bevrijden.”
In 2017 vroegen de rabbijnen om elkaar opnieuw te ontmoeten in de Domus en honderden van hen ondertekenden deze officiële verklaring: “Na bijna twee millennia van wederzijdse vijandschap en ontvreemding, erkennen wij, orthodoxe rabbijnen, die gemeenschappen, instituties en seminaries in Israël, in de Verenigde Staten en in Europa leiden, de historische mogelijkheid die wij voor ons hebben… wij erkennen dat het christendom noch een ongeluk noch een vergissing is, maar het gewilde goddelijke resultaat en een geschenk aan de naties… Wij zijn geen vijanden meer, maar partners voor de overleving en het welzijn van de mensheid… Joden en christenen zijn voorbestemd door de Heer om liefhebbende partners te worden’’.
Dit is geschiedenis van wederzijdse herontdekking, tussen deze twee vertegenwoordigers van de twee volken van het Verbond, die vandaag wordt erkend.