Onze vertaling van het artikel dat gepubliceerd is met toestemming van Vatican News

Ter gelegenheid van het Jubeljaar van de Gezinnen werden op de avond van 1 juni 2025 voor het eerst de twee symfonieën van de oprichter van de Neocatechumenale Weg samen uitgevoerd in het Auditorium Parco della Musica in Rome. Mgr. Fisichella: een symfonie als deze leert ons dat we geen toeschouwers zijn, maar deelnemers.
Débora Donnini – Vaticaanstad
Muziek die ons onderdompelt in het lijden van Christus en de Maagd Maria aan de voet van het kruis, en tegelijkertijd in ons hart de zekerheid van de Verrijzenis prent. De persoonlijke betrokkenheid bij het beluisteren van het Symfonisch Werk van Kiko Argüello, Spaanse kunstenaar en medeoprichter van de Neocatechumenale Weg samen met de Dienares van God Carmen Hernández, is sterk en direct. Deze emotionele betrokkenheid blijkt niet alleen uit het frequente applaus, maar vooral uit de deelname van het publiek op een bepaald moment in de uitvoering, wanneer zij samen met het koor beginnen mee te zingen.
Gisteren werden in het Auditorium Parco della Musica in Rome voor het eerst de twee symfonische werken van Kiko samen uitgevoerd: Het Lijden van de Onschuldigen, gewijd aan het lijden van de Moeder van Christus, en De Messias, ter ere van de martelaren van vandaag. De dirigent van het orkest van de Neocatechumenale Weg, bestaande uit 100 muzikanten – instrumentalisten en pianist Claudio Carbó – en 120 koorleden, is Tomáš Hanus, dirigent van het IJslands Symfonieorkest.


De gebeurtenis maakt deel uit van het Jubeljaar van de Gezinnen en begint met de reflectie van Kiko Argüello, die het eerste deel inleidt vanuit deze realiteit: in het Westen, zo benadrukt hij, wordt eenzaamheid de grootste ziekte. In een wereld die getekend is door echtscheiding, abortus en euthanasie, “roept God christelijke gezinnen, naar het beeld van de Heilige Familie van Nazareth, om Christus naar de mensheid te brengen.” “De toekomst van de volkeren wordt geboren in de gezinnen,” benadrukte paus Leo XIV in zijn homilie tijdens de Mis op de ochtend van zondag 1 juni. Kiko herhaalt deze woorden van de paus, die worden ontvangen met warm applaus.
Daarna herinnert hij aan de inspiratie die hij ontving van de Maagd Maria: “Christelijke gemeenschappen moeten zijn zoals de Heilige Familie van Nazareth, die leven in nederigheid, eenvoud en lof: de ander is Christus.” De Neocatechumenale Weg is ontstaan als een christelijke initiatie om de rijkdom van het Doopsel te herontdekken, wat leidt tot de beleving ervan in een gemeenschap van wederzijdse liefde. “Heb elkaar lief zoals Ik u heb liefgehad; daaraan zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn,” dat wil zeggen, dat jullie christenen zijn. Dit, benadrukt Kiko, is de missie van christelijke gezinnen, een eschatologische missie: aan de wereld tonen dat liefde bestaat.

Het lijden van de onschuldigen
De eerste symfonie werd geïnspireerd door Kiko’s ervaring midden jaren ’60, toen hij ging wonen onder de armen in de sloppenwijken van Madrid. Hij was diep geraakt door het lijden van zoveel onschuldige mensen en besefte dat Jezus Christus het enige ware antwoord op het lijden is.
Dit werk werd voor het eerst uitgevoerd in 2011 in het Heilig Land, in de Domus Galilaeae op de Berg van de Zaligsprekingen, en vervolgens in de belangrijkste schouwburgen, concertzalen, pleinen en kathedralen ter wereld: van de kathedraal van Madrid tot de Metropolitan in New York, van de Suntory Hall in Tokio tot het Gerard Behar Auditorium in Jeruzalem en de Paulus VI-Aula in het Vaticaan, om er maar een paar te noemen.
Het bestaat uit vijf delen, gekenmerkt door verschillende nuances van de instrumenten: “Getsemane”, waar de trommel herinnert aan de naderende komst van Judas. Vervolgens “Lamento (Klaagzang)” met de harp, “Perdónales (Vergeef het hun)” en “La Espada (Het Zwaard)”, verwijzend naar het lijden van de Maagd Maria, waarbij het hele publiek opstaat en samen met het koor “María, Madre de Dios (Maria, Moeder van God)” zingt. Het werk eindigt met “Resurrexit”.
De Messias
Na de uitvoering van het eerste werk, introduceert Kiko het tweede, El Mesías (De Messias), dat in 2023 in première ging in het Verdi Theater in Triëst. Het focust op de Passie en het lijden van Christus en is opgedragen aan de martelaren van vandaag. “Wij christenen,” benadrukt Kiko, “dragen altijd in ons lichaam het beeld van de dood van Christus, omdat wij geleerd hebben onze handen uit te strekken aan het kruis: in het huwelijk, op het werk, met onze kinderen, met onze grootouders, met de gemeenschap, met iedereen. Wij dragen altijd Jezus’ dood in ons lichaam, zodat zichtbaar wordt dat Christus in ons leeft.” Kiko herinnert eraan dat “christenen geroepen zijn tot liefde in de dimensie van het kruis, tot liefde voor hun vijanden.”
De drie delen van het werk benadrukken dit. Het eerste deel heet Aquedá en verwijst naar de figuur van Isaak die, volgens de Joodse traditie, zijn vader Abraham vraagt hem vast te binden zodat hij zich niet tegen het offer zal verzetten. Daarna volgt Hijas de Jerusalén (Dochters van Jeruzalem), dat herinnert aan de woorden van Jezus tot de vrouwen die naar Hem kijken terwijl Hij na de geseling door de stad loopt, zoals verhaald door de evangelist Lucas. Om het drama van dat moment te benadrukken, verwijst Kiko naar de Spaanse renaissancemuziek van Tomás Luis de Vitoria.

Het laatste deel is gebaseerd op een uitspraak van de vierde-eeuwse martelaar Victorinus van Pettau: “De Messias, de leeuw, werd een lam om te lijden,” want, zo benadrukt Kiko, “we moeten allemaal leren als lammeren te zijn om te kunnen lijden,” geroepen om de liefde van Christus te tonen, die de dood overwint. Een uitspraak van de vijfde-eeuwse bisschop van Carthago, de heilige Quodvultdeus, wordt ook aangehaald: “Hij ging het hout op om echtgenoot te zijn, om te sterven. En Hij liet zijn bloed achter als bruidsschat voor zijn Maagdelijke Bruid.”
Er wordt gesproken over de liefde “die Christus in ieder van ons legt door de Heilige Geest.” Het koor sluit af met een overwinningslied, een uitbarsting van vreugde, met het Paas-Alleluia.
Fisichella: een symfonie die aanzet tot actie
Assunta Cannata was bij de organisatie van het evenement betrokken, samen met Kiko Argüello, pater Mario Pezzi en Ascensión Romero, leden van het internationaal team van de Neocatechumenale Weg, evenals aartsbisschop Mgr. Rino Fisichella, pro-prefect van het Dicasterie voor Evangelisatie, Sectie voor Fundamentele Vragen van de Evangelisatie in de Wereld.
“Deze symfonie,” vertelde Mgr. Fisichella aan de Vaticaanse media, “laat in de eerste plaats Kiko’s genialiteit en zijn ‘veelzijdige aard’ zien: hij beweegt zich moeiteloos van schilderkunst naar muziek, in het besef dat hij daarmee ook evangeliseert. Ik denk dat dát het element is dat benadrukt moet worden. In de evangelisatie zijn schoonheid – muziek, kunst, literatuur – bevoorrechte uitdrukkingsvormen voor de verkondiging van het Evangelie, dat de verkondiging is van het Mysterie van de Dood en Verrijzenis van Jezus.”
De aartsbisschop herinnert eraan dat “het begin van de symfonie zeker Getsemane moet uitdrukken, de stilte van het lijden,” terwijl er anderzijds de vreugde van de Verrijzenis is, “de aankondiging van de glorie.” “Zo,” benadrukt hij, “leren we met een symfonie als deze opnieuw dat we geen toeschouwers zijn, maar deelnemers. Het feit dat het hele publiek wordt uitgenodigd om op te staan en mee te zingen met het koor deed mij denken aan Beethovens Negende, waar voor het eerst een koor in een orkest werd geïntroduceerd. Hier introduceert Kiko niet alleen het koor, maar het hele publiek. Wat we beleven is een symfonie waarin actie is, drama, deelname van de aanwezigen; een gevoel niet geïsoleerd te zijn, maar van binnenuit betrokken te worden bij deze verkondiging die plaatsvindt.”

Er moet ook op worden gewezen dat dit werk wordt uitgevoerd tijdens het Jubeljaar van de Gezinnen. De catechist verwees hiernaar en herinnerde aan de woorden van Leo XIV. Hij benadrukte ook dat “we een crisis van het gezin doormaken, vooral in het Westen.” “In een samenleving die wordt gedomineerd door technologie, als het gezin zijn plaats niet herwint, als het niet de fundamentele cel is, het symbool van een werkelijkheid waarin iedereen zich welkom voelt en niemand zich alleen voelt, dan moeten we concluderen dat we niet op de weg van vooruitgang zijn, maar eerder op de weg van achteruitgang.”
“De Kerk,” zo stelt hij, “moet er alles aan doen om haar profetische rol ten aanzien van het gezin te vervullen” door het gezin centraal te stellen in haar pastorale activiteiten, en de wereld, de samenleving en de cultuur duidelijk te maken dat als het gezin wordt gemarginaliseerd, er geen echte richting meer is om naartoe te gaan. “Er is dan eerder sprake van in zichzelf gekeerd zijn; opgesloten zitten in technologie, maar zonder het gezin, leidt tot het verlies van die dimensie van diepe menselijkheid waar de mens van vandaag zo’n grote behoefte aan heeft.”

Ouellet: sereniteit en hoop in deze muziek
Kardinaal Marc Ouellet, emeritus-prefect van het Dicasterie voor Bisschoppen, benadrukt dat het eerste deel van het symfonisch werk “spreekt over de waardigheid van het lijden.” “Wat mij raakt,” vertelt hij aan de Vaticaanse media, “is de sereniteit en hoop in deze muziek, de overwinning van de Verrezene.” Het gaat over een zeer droevig thema, “maar de muziek is niet verdrietig, zelfs wanneer er een klaagzang klinkt; het is omhuld door een harmonieuze melodie, en dat maakt diepe indruk op mij.” Hij herinnert eraan dat de thema’s in het tweede deel anders zijn: “het zet ons meer aan het denken over de zonde, over ons zwakke getuigenis, maar dat alles is altijd doordrongen van de gave van de Gekruisigde. Dat is wat we voelen als het overheersende thema.”
In het algemeen, “maakt de muziek indruk door haar Joodse en Spaanse elementen. Er is een mengeling van ritmes en melodieën die een mooie en diepe synthese vormen… Ik begrijp waarom Joden zich gehoord voelen,” merkt de kardinaal op, aangezien ook vele rabbijnen aanwezig waren bij uitvoeringen wereldwijd. Wat de familie betreft, benadrukt hij dat “de kracht van het neocatechumenale charisma de familie is” en dat “de missie van de Kerk via de familie moet gaan.”
Een symfonie die, met haar verschillende lagen – catechetisch en artistiek – zich vertaalt, allereerst door het hart te raken, in een weg van evangelisatie.


